REISVERHAAL COSTA RICA     

 

Voor ons begon het Costa Rica avontuur met een uitnodiging voor de bruiloft van onze voormalige buurjongen met zijn Costa Ricaanse aanstaande, in het kerkje van Orosi, in de prachtige Orosi vallei in Costa Rica. De eerste reactie was, veel te ver, veel te heet, veel te lang in het vliegtuig. Maar toen ik me eens ging verdiepen in het land, waarvan de bruid zei dat het helemaal iets voor mij is, was ik snel over hitte en vliegangst heen. Volgens mij moest Costa Rica wel erg veel overeenkomsten vertonen met mijn idee van het paradijs. Een klein land, met vele klimaatzones en verschillende landschappen, waarvoor je nooit heel lang hoeft te reizen. Ook de grote verscheidenheid aan flora en fauna was en is voor mij buitengewoon aantrekkelijk. Dus het besluit was snel genomen, WE GAAN.  We moesten alleen nog uitvinden hoe we zouden rondreizen door het land, voorafgaand aan de bruiloft. Zelf rijden of een rondreis? Beiden hebben hun aantrekkelijke kanten, maar omdat we zoveel mogelijk van het land wilden zien, besloten we voor een rondreis te kiezen. Na enkele reisgidsen te hebben doorgespit, bleek dat een reis van Fox goed aansloot op de datum van de bruiloft en een gegarandeerde vertrekdatum had. De reis was dus snel geboekt. Dit was in oktober, terwijl we op 14 maart vertrokken, dus nog heel veel tijd om zoveel mogelijk van het land te weten te komen. Hierdoor werd ik steeds enthousiaster en het is niet tegengevallen, integendeel. Eenmaal aangekomen op Juan Santamaria Airport begon het avontuur. We maakten kennis met de reisleidster Mieke Geraets en de rest van de groep en begonnen met de overnachting in Hotel Rincon de San José. Een heel leuk en gunstig gelegen hotel, maar met net iets te veel treetjes en trappen na een vermoeiende reis. Veel tijd om uit te rusten was er niet, de volgende morgen vertrek naar Arenal. We maakten kennis met onze chauffeur voor de komende 8 dagen, José. Om er even in te komen een koffiestop gemaakt bij een koffieplantage, een mooie plek, waar je je ogen even goed kunt uitwrijven voordat je de rest van deze fantastische dag op je netvlies kunt laten inwerken. De volgende stop was bij de La Paz Gardens, waar je van de ene in de andere verbazing valt, de o’s en ah’s zijn niet van de lucht. Prachtige vegetatie, de vlindertuin met zijn vele prachtige vlinders, waarvan de blauwe Morpho het absolute hoogtepunt vormt. Door naar de kolibries, die niet alleen uit de nectarhangers, het zoete vocht opzuigen, waardoor je ze heel goed kunt zien, maar ook uit de vele bloemen om je heen. Na een lekkere lunch, via de slangen en boomkikkers en door een prachtig stuk regenwoud, verder naar de fantastische watervallen. Je waant je, als natuurliefhebber, werkelijk in het paradijs. Met tegenzin de bus in, jammer dat we al weer verder moeten. In de leuke bungalows van hotel Las Lomas del Volcan, hoor je ’s nachts de eerste brulapen, maar ook de fantastische geluiden, van de vele vogels. Helaas was de Arenal vulkaan in nevelen gehuld, maar de mooie tuin maakt veel goed, overal mooie planten en bomen en als je goed oplet, dan kun je veel vogels, o.a. toekans zien.

De volgende morgen vroeg uit de veren, wat geen probleem is, omdat je toch wakker bent, voor het volgende hoogtepunt van de reis, de boottocht over de Caño Negro. Onderweg stoppen we bij de leguanenbrug. De grote leguanen laten zich in een boom gelegen, goed bekijken en fotograferen, heel bijzonder. Jammer dat je op de brug zo moet oppassen dat je niet wordt overreden door zo’n grotetruck. Op de Caño Negro vaar je op een boot door het moeraswoud, de oevers afspeurend naar vogels en andere dieren. De bootsman, met veel ervaring, ziet veel meer dan wij, en stuurt de boot naar de oever om vogels, apen en bijzondere bomen te laten zien. Mieke, onze reisleidster, heeft veel informatiemateriaal over alle dieren en veel bomen bij zich, dus al snel kun je ze ook identificeren. Er is zoveel te zien, dat je vaak ogen te kort komt. Bij de grens met Nicaragua klimmen we op de oever, waar koeien staan te grazen met vreemde lange oren en bulten op de rug. Iets verder op staat een groep roze lepelaars en ibissen in het natte land. Ook zien we de oranje aap, die men hier de ‘albino’ noemt. Hij is weliswaar geen albino volgens ons, maar wel bijzonder. We hebben af en toe het idee dat er een knopje bij het stuurwiel zit, dat de bootsman indrukt om het volgende dier te voorschijn te toveren. Op de terugweg gaan we aan land voor een lekkere picknick. Inmiddels is de groep al een echte ‘groep’ geworden. Iedereen, inclusief Mieke, gaat gezellig met elkaar om. Na nog wat alligators en vleermuizen gezien te hebben, komt ook aan deze fantastische tocht een eind. Op de oever staat de lachende José ons op te wachten met een koele bus. De rit door het afwisselende landschap terug naar Arenal, is zeker ook de moeite waard. Uit de verte lijkt de Arenal vandaag niet in de wolken, wat betekent dat we vanavond misschien de kokende lava kunnen zien. Wij stappen niet uit in Arenal, want het plaatsje ziet er niet erg aantrekkelijk uit. Ons trekt ons eigen terrasje met een koud biertje in de koelkast meer. Vanaf het terras zien we kleine gaswolkjes uit de vulkaan opstijgen, maar het hotel ligt niet aan de ‘goede kant’ van de vulkaan. Hoewel het inmiddels flink is dicht getrokken, stappen we als het donker wordt, toch in de bus om naar het punt te rijden waar we de lava zouden kunnen zien. Hoewel het beter had gekund, zagen we toch wat uit de Arenal spuiten, echt spectaculair was het helaas niet.

Het is mij intussen wel duidelijk dat een mooi smoeltje of Spaans te kunnen spreken een duidelijk voordeel oplevert. Onze dochter werd door de barman getrakteerd op een niet aflatende stroom flessen gratis bier en ik, in mijn beste Spaans, kon de tijden van het Happy Hour flink oprekken.

Helaas, alweer tijd om door te reizen, via Liberia, naar Rincon de la Vieja. De cabinas liggen hoog in de bergen, het is hier vrij warm. Het landschap van de provincie Guanacaste is heel anders dan in de omgeving van Arenal. Geel is hier de hoofdkleur, i.p.v. het groen van de regenwouden. Deze provincie is genoemd naar de enorme solitaire bomen die hier groeien. De cabinas zijn eenvoudig, maar alles is aanwezig, (behalve een koelkastje, want dat was eens, maar verder niet meer, helaas). ’s Middags maken we de hangbruggen wandeling. Vlak bij een van de bruggen zat een groep apen, maar verder was het niet spectaculair. Dus als je angst voor wiebelende bruggen hebt, laat het dan maar zitten. Je kunt ook zonder te betalen proberen te gaan, wij hebben niemand voor de controle gezien, het was zeker het geld niet echt waard. Aan het eind van de middag lopen we naar de ‘mirador’ om van de mooie zonsondergang te genieten. Op de weg er heen, zien Mieke en ik de prachtige Motmot vogel, een belevenis. Ook hier in de tuin zitten veel vogels en staan er mooie planten. De paarden die er niet erg best uit zien, kunnen ’s avonds wel vrij rondlopen en grazen bij het water. Of dat wel of niet de bedoeling was, geen idee. Na het diner, wordt er gedanst. José, de chauffeur, is een regelrechte liefhebber van het salsadansen, net als de jongens van het restaurant. Wij laten ons ook van onze beste kant zien. Later bleek dat José niet alleen een fervent danser is, maar ook prima kan zingen. Helaas was bijna iedereen toen al naar bed.
De tweede dag wandelen we naar de spa, om heerlijk te ontspannen, eerst in de sauna, waarna we elkaar insmeren met hete modder. Daarna volgt een koude douche. Tintelend vlijen we ons in de warme baden. Wat we niet door hadden, was dat we door gemene beessies werden gestoken. Kleine bloedplekjes ontstonden op voornamelijk onderbenen, die ook weer onmiddellijk stolden, maar flink begonnen te jeuken en dat bleven doen tot het eind van de vakantie. Loom lieten we ons in de tractorkar terug rijden, te lui om naar boven te lopen in de warmte. Hoewel…..er waren een paar diehards, die hun ‘lange’ wandeling van 3 uur toch wilden afmaken.
Weer verder naar de Ensenada Lodge, prachtig gelegen aan de baai van Nicoya. De lodge heeft een leuk openlucht restaurant, waar de prachtige ekstergaai graag een hapje mee eet. De cabina’s zijn leuk, twee onder 1 kap, allen met uitzicht over de baai, een terrasje met hangmat en zitje. In de enorme tuin, een heerlijk zwembad, waar we vanwege de warmte gretig gebruik van maken.
Het dorpje Abangarritos, waarbij de lodge ligt, ziet er een beetje armoedig uit. Bijna alle mensen, werken op de hacienda. ’s Nachts krijgen we concerten van de brulapen, die elkaar laten weten waar ze zitten, zodat de concurrentie daar weg moet blijven. De volgende ochtend treden we bij het ochtendgloren aan bij de steiger, voor de mangrovetocht. Per boot steken we een stuk zee over om bij het mangrovewoud te komen. Het is hoogwater en midden in de baai staan twee bomen vol met pelikanen, een machtig gezicht om deze grote vogels te zien. Ook zien we weer ijsvogels, verschillende witte reigers, ibissen, lepelaars, blauwe- en groene reigers, een visarend en apen.

Tussen de mangrovewortels leven mooie kleine krabbetjes. Op de terugweg is het laagwater geworden en zitten de pelikanen op een zandbank lekker in het zonnetje. In de bomen bij de steiger huist een familie brulapen, die zich zo hoog in de bomen rustig laat bekijken. Na het ontbijt wandelt Mieke met een aantal mensen naar het dorp, want iemand had wat schoolspullen meegenomen, wat goed van pas kwam, omdat de school niet zo lang geleden was overstroomd en alle materialen verloren waren gegaan. Vanwege de hitte besloot de rest van de groep eens flink te genieten van het zwembad. Factor 30 aanbevolen! In het restaurant toverden José en een van de medewerkers een tarantula te voorschijn, die bij de één verwondering, maar bij de ander afgrijzen, wekte. Het mooie dier over je hand laten lopen is een aparte ervaring. Omdat niet iedereen het dier had gezien, is de show ´s avonds nogmaals herhaald, nu met een kleiner exemplaar, maar even mooi. Aan het eind van de middag was het tijd voor de paardrijtocht over het landgoed. Eigenlijk had niemand ervaring en gierden de zenuwen bij enkelen door de keel. Maar het was voor de deelnemers een fantastische ervaring en overwinning op zich zelf, sommigen kwamen zelfs galoperend terug. Ik had besloten niet mee te gaan en lekker te zwemmen en foto´s te maken in de mooie tuin, waar o.a. cashewnoot bomen staan. Leuk om te zien hoe deze onder aan een appel groeien. Maar ook veel andere mooie bomen en bloemen zijn de moeite van het fotograferen waard. Toen ik mij na het zwemmen ging omkleden in de cabina, zag ik door het slaapkamerraam ineens, jonge brulapen over het hek lopen. Snel stuurde ik mijn man naar buiten om foto’s te maken en ging er als de wiedeweerga achteraan. Het bleek dat een hele familie aan het verhuizen was naar de bomen vlak achter onze cabina, want daar staan een heleboel cashew bomen, met rijpe appels er aan. Wat een geluk, we konden nu niet alleen de apen van dichtbij bekijken, maar ook foto’s nemen. Toen we foto’s namen van een jong aapje, dat lekker aan het snoepen was, schrokken we ons suf, want plotseling kwam pa pijlsnel aangeslingerd, de kleine was te dichtbij ons gekomen, vond hij. Wij dachten dat hij het op ons gemunt had en zagen zijn vlijmscherpe tanden al bijna in ons happen. Maar niks daarvan, hij haalde alleen de kleine op. Al klinkt het gebrul vaak angstaanjagend, agressief zijn ze klaarblijkelijk niet. ’s Nachts genoot ik extra van het hun gebrul achter ons huisje.
Helaas was het de volgende ochtend al weer tijd om de bagage op de bus (dat deed een flink zwetende José met hulp van wat jongens) te laden en door te reizen naar Manuel Antonio. Onderweg stoppen we op de krodillenbrug, een machtig gezicht om deze oerbeesten op de rivierbanken te zien liggen. We zijn ook nog 2 verschillende leguanen te zien. We nemen afscheid van José, want de komende dagen nemen we het openbaar vervoer. Ik heb hem in het Spaans bedankt voor de veilige reis en hem een gelukkige en veilige toekomst gewenst. Hotel Mirador del Pacifico ligt tegen een berg. De tuin is een stukje oerwoud waar wat extra mooie planten zijn bij geplant. Dat je vlak boven de drukke weg tussen Quepos en Manuel Antonio zit merk je alleen aan het geluid. Vanaf het terras van de cabina´s waan je je werkelijk in het oerwoud. Weer veel vogels en…een oorverdovend lawaai van de cicades, die bij zonsopgang en -ondergang een elektronisch geluid voortbrengen. Quepos is een lelijk stadje, zoals alle dorpen en steden in Costa Rica, en het is er behoorlijk heet. Het gekoelde internetcafé, met gratis koud water is een welkom intermezzo. Lekker even de mail doornemen en beantwoorden. Leuk dat veel mensen hebben gereageerd op de eerste verhalen uit Costa Rica. Nog even shoppen in de grote supermarkt om wat eet- en drinkwaar in te slaan en een ijsje te eten, voordat we weer in de bus stappen, die ons voor 105 colonnes, voor het hotel afzet. Sommigen van de groep zien ´s morgens de Chi Chi aapjes naar het hoger gelegen oerwoud klimmen, ze steken de weg over via daarvoor aangelegde blauwe kabels. Helaas hebben wij ze niet gezien. Manuel Antonio is een typische badplaats. De oceaan ziet er prachtig uit, maar trekt enorm, dus het is erg oppassen geblazen. Het water is niet lauw, maar warm, dik over de 30 graden. Warm is het ook op het strand, dus wij gaan in de schaduw van een boom zitten en wagen ons alleen in de zon om te zwemmen. Na een paar uur begint de huid, ondanks de schaduw en factor 26, toch vervelend te prikken. Had ik nou maar factor 40 opgedaan. En we zijn niet de enige van de groep die in de schaduw verbrand zijn. Op een terras, komen we andere bruiloftsgangers tegen, die individueel door Costa Rica reizen. Na een gezamenlijke lunch stappen we in hun auto, zij brengen ons via de supermarkt naar het hotel, waar we samen op ons terras van het uitzicht genieten, onder het genot van een lekker koud biertje. Voor de volgende dag staat het Parque Nacional op het programma. We hebben al gauw door dat dit een regelrechte toeristen attractie is. De plek is prachtig, maar het is net een dierentuin met weinig dieren, en heet. Overal gidsen met hun telescopen, die tegen een behoorlijk tarief groepen het park mee in nemen. En…borden met `don´t feed the monkey´s`. We realiseren ons dat we in Caño Negro en Ensenada verwend waren. Dus nemen we tussen vele anderen mooie foto´s van de kapucijnapen, die een hagedis van een boomtak grissen en nog tegenspartelend opvreten. En zien we de Agouti, luiaards hoog in de bomen en een mooie hagedis. Ondanks de mooie tuin, het fijne zwembad en het goede restaurant, in de tuin van het hotel, vinden we het deze keer niet erg om weer verder te reizen, we komen niet voor dit soort toerisme. We gaan voor 1 middag/nacht terug naar San José, om van daar door te reizen naar Tortuguero. Tijdens onze rit stoppen we bij opvangcentrum ‘Las Pumas’, een opvangcentrum voor inheemse wilde dieren. Hoewel dit een goed initiatief is natuurlijk, ziet het er toch een beetje armetierig uit. ’s Middags gaan we met twee anderen van de groep naar het Goudmuseum en de Centrale markt in San José. In het Goudmuseum bevindt zich een prachtige collectie precolumbiaanse gouden voorwerpen van de indianen. Een unieke en prachtige collectie. Ook de markt is leuk, naast de dagelijkse behoeften worden er ook souvenirs verkocht. San José is een lelijke, drukke stad. Overal is het eenrichtingsverkeer en DRUK. Een hectisch gebeuren vergeleken met de rest van Costa Rica. We zorgen er voor om voor het donker weer in het hotel terug te zijn, want over San José by night doen niet veel goede verhalen de ronde. Wij, als Amsterdammers weten genoeg als we het aantal junken en zwervers zien. Een straf is het niet, want aan de overkant van hotel Rincon is een prima, leuk en populair restaurant. Om in Tortuguero te komen, rijden we ’s morgens San José uit. Over de weg door het nationale park Claudio Barillio. Het regent. Via kleinere wegen komen we door bananenplantages. Je ziet de barakken waar de arbeiders van de plantages in wonen. Iedere compound heeft zijn eigen dokter, school, winkel enz. De arbeiders op de plantages verdienen beter dan de gemiddelde arbeider, zo’n 500 dollar per maand, weet Mieke te vertellen. Het is een wereld op zich, waar keihard gewerkt wordt door mannen en vrouwen. Ik dacht zo dat de bananen wel eens wat duurder zouden mogen zijn, als je zou weten dat de meerprijs naar deze mensen zou gaan. Maar de bananenhandel is in handen van de grote concerns als Delmonte, Chiquita, Dole, enz. dus dat zal wel nooit gebeuren. We stoppen bij een van de ‘plants’ waar de bananen gewassen, gesorteerd en verpakt worden voor transport. Alles met een plekje wordt afgevoerd, dit zijn de bananen die in Costa Rica zelf verkocht worden. Als je vervoer hebt, gratis af te halen, om door te verkopen. Ook daar leven weer vele families van, die samen zo’n auto of aanhanger aanschaffen. Bij de ‘plant’ staat een man met een enorme Hercules kever. Een prachtige kever van zo’n 15 cm., die maar 1x per jaar boven de grond schijnt te komen. Er worden vele foto’s gemaakt. De volgende stop is bij het haventje, waar we in de boten gaan voor het laatste stuk van de tocht over water. We drinken er wat en het wordt gelukkig droog als we in de boot stappen. Alweer zien we allerlei vogels, langs de oevers staan veel raffiapalmen en kapokbomen. Na een flinke vaartocht door de jungle komen we aan bij de Turtle Beach Lodge. Deze plek is echt fantastisch, nadat we onze kamers hebben betrokken, gaat iedereen snel naar het strand, dat aan de andere kant van de grote tuin ligt. Een enorm strand met palmen en……niemand.

Jammer genoeg is de Caraïbische zee te gevaarlijk om echt in te zwemmen, maar een probleem is dit niet, want de lodge beschikt over een mooi zwembad, in de vorm van een schildpad, waar het heerlijk toeven is.De grote tuin staat vol met prachtige bloemen, bomen en struiken. Alweer waan je je in het paradijs. In de kamers zitten geen ramen, alleen horren, zodat je vanuit je bed, de branding van de oceaan kunt horen. Een aparte ervaring, strand en oerwoud geluiden door elkaar. Het is niet de goede tijd voor de schildpadden, aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant schijnt het hier heel erg druk te zijn in die tijd. In Tortuguero is niet alleen het eten inbegrepen, maar ook de excursies, waaronder een junglewandeling in het ontwakende oerwoud, een boottocht door de kanalen en naar het dorp en een wandeling door de tuin en de jungle. Dit alles onder begeleiding van gidsen. Wij waren een beetje lui geworden en hadden geen zin om ons lek te laten steken door de muggen (we hadden immers nog veel jeuk aan de onderbenen), dus hebben wij alleen de boottocht gedaan, die wederom prachtig was. Her en der liggen huizen aan de oever, in the middle of nowhere. Even naar de supermercado in het dorp, per uitgeholde boomstam, of wat luxer met een motorbootje. Een beetje werken in je tuintje en verder heerlijk op je veranda in de schommelstoel. Nou ja, er zal wel iemand de kost moeten verdienen in het dorp of bij een van de lodges. Niks files of druk, druk, druk. Nee, te onthaasten hoeven ze hier niet. Gezien het aantal winkeltjes in Tortuguero, moet het hier op andere tijden wel veel drukker zijn. Op een veldje in het dorp staat een wel heel aparte boom met groene voetbalgrote vruchten erin. De kalebasboom. Van de kalebassen kun je o.a. allerlei schalen maken. Ook hier valt op hoe ontzettend vriendelijk de mensen zijn, ze maken graag een praatje, als ze merken dat je Spaans spreekt. Als we weer in de boot stappen, springen er een stel jongetjes in het water om stoer te duiken. Elk moment verwacht je de handen voor wat colonnes, maar niks van dat alles. De kanalen en kreken zitten vol met allerlei dieren en op de oevers groeien vele soorten prachtige bomen, al dan niet met veel kleurige bloesems. We zien ook nog otters aan de oever. Bijzonder! Met z’n allen genieten we van de tocht en varen full speed richting lodge terwijl de zon met vlammende kleuren achter de bomen ondergaat. Op het laatste stuk zet de kapitein een schijnwerper aan en zien we nog een aantal dieren in het donker, wederom een geweldige ervaring. ’s Nachts begint het hard te regenen en de volgende morgen, als we vertrekken is het nog steeds niet droog. Dus worden de flappen van de boot dicht geritst, zodat we niet nat worden. Onderweg komen we een paar stakkers in een open boot tegen, die behalve poncho’s geen bescherming tegen de regen hebben. Maar ja, je wilt het regenwoud eens zien, dus…Overigens, laarzen in alle maten en poncho’s, zijn in voldoende mate voorhanden bij de lodges. Gelukkig klaart het weer op en kunnen de flappen omhoog. We varen stukken hard, maar waar iets bijzonders te verwachten valt, vaart de kapitein rustig en speurt water en oever af. Helaas, geen zeekoeien, dolfijnen of krokodillen deze keer. Aan het eind van de tocht wacht de bus ons op om ons naar Cahuita te brengen. We lunchen in Puerto Limón. Ook hier junken en zwervers en een lelijk stadje. In de haven liggen enorme containerschepen van de diverse bananenbedrijven om de bananen naar elders te vervoeren. Het is zwaar bewolkt. Er wordt massaal gepind, want in Cahuita is geen bank. Een paar jongetjes proberen Mieke te verleiden hen een dollar te geven, dan laten ze haar de plek zien waar een luiaard in het park huist. Ze gaat wel kijken, maar trapt er niet in natuurlijk, want zij woont al vele jaren in Costa Rica. Ons hotel, de Atlantida Lodge is wederom in een prachtige tropische tuin gelegen. Als we in de kamers komen liggen er hibiscus bloemen op het bed en een tropisch bloemstukje op het nachtkastje. Op aanraden van Mieke zetten we alles buiten, want het schijnt beesten aan te trekken. ’s Avonds eten we bij een restaurantje waar de golven bijna tegenaan beuken, het is slecht weer in het Caraïbisch gebied. Het begint te regenen, regenen en vervolgens te hozen. Thuis gekomen ontdek ik dat ik mijn handtas in het restaurant heb laten liggen. Gauw een paraplu gepakt (bij de receptie te krijgen) en terug gelopen, waar het personeel mij lachend m’n tas overhandigde. Leuke mensen die Costa Ricanen! ’s Nachts regent het zo hard dat je eindelijk weet wat een tropische bui is. Omdat wij later naar bed gaan dan de anderen, worden wij getrakteerd op luiaards, die langs een kabel hun weg van de ene naar de andere boom zoeken. Twee volwassenen en een jong. Het blijkt dat als het moet, deze dieren sneller zijn dan hun naam doet vermoeden. We zijn de nachtwaker dankbaar dat hij ons kwam waarschuwen. De excursie die voor de volgende dag gepland is naar de Bri Bri indianen en een mooie wandeling met waterval, wordt ingekort tot een bezoek aan de indianen. Wij besluiten het geld van de excursie te besteden aan iets leuks, aan te schaffen in het dorp en niet mee te gaan. Maar dat geld konden we in onze zak houden, want veel bijzonders is er niet te koop. We wilden een kijkje nemen in het nationale park, maar door de regens was het daar wel heel erg nat. Omdat men in Cahuita weigert de 7 dollar, die de nationale parken aan entree heffen, te vragen, vullen we bij de ingang bij een gezellige rastafari onze naam in op een formulier. Als hij ziet dat we uit Amsterdam komen, komt het gesprek al snel op het Nederlandse softdrugsbeleid. We maken ook nog een praatje met een man die sieraadjes verkoopt en plotseling roept hij: ‘sloth, sloth’. En we zien een luiaard met een baby op de buik, in de boom boven ons, een fantastisch gezicht. Op de terugweg zien we langs de kant van de weg een enorme bloem uit de knop komen, heel apart, zelfs na alles wat we al gezien hebben. Het bleek een ééndagsbloem, want de volgende dag was hij alweer verwelkt. De middag brengen we door op ons terras, op drogere momenten op zoek naar kikkers en andere verrassingen in de tuin. Het aandoenlijk lelijke hondje van het hotel kwam kwam gezellig op visite, daarna de kat, toen een eekhoorn en daarna een eekhoornkoekoek. Fantastisch! Ook het zwart/groene kikkertje goed op de korrel kunnen nemen, net als andere verrassingen van de tuin, zoals bv. een boom vol met carambolavruchten. Als je goed keek, bleek je al 5 keer langs een orchidee te zijn gelopen zonder die te gezien te hebben. Het mooie zwembad bleef ongebruikt. ’s Avonds hebben we een gezamenlijke, overdekte barbecue. De hoteleigenaar, een kikkerliefhebber, zei dat we goede kans hadden om de beroemde Costa Ricaanse boomkikkers te zien, zelfs de ‘gouden kikker’ als we mazzel hebben. Inderdaad konden we de kikkers uitgebreid bekijken en fotograferen, alweer een fantastische ervaring, die prachtige plaatjes heeft opgeleverd. Wat we ons gelukkig niet beseften was dat we ‘het’ hier moeten hebben opgelopen. Dysenterie! Ofwel Shigellose, maar dat bleek later pas. De volgende ochtend namen we afscheid van de mensen die een verlenging hadden geboekt naar Panama, en het regende nog steeds. De rest van de groep ging terug naar San José, onderweg bleek de omgeving van Limon helemaal overstroomd, in sommige straten waadden mensen tot aan hun oksels door het water. Daarom staan zoveel huizen op palen, dit gebeurt hier vaker. Alhoewel er mensen waren geëvacueerd, en de regering de noodtoestand had afgekondigd, was er nergens paniek. Je trekt gewoon je schoenen en anderen overbodige kleding uit en gaat verder. De chauffeur had haast, want hij had contact met zijn baas, die hem op de hoogte hield van de toestand op de wegen. Toch kwamen we vast te staan, want op een stuk weg konden alleen nog maar de enorme Amerikaanse trucks door het hoge water rijden. Net op tijd konden we via een andere route de Panamerican Highway bereiken. Even verderop was het droog en het bergachtige landschap was prachtig. Dat is typisch Costa Rica, hier is het noodweer en 25 km verderop is het droog of schijnt de zon, evenzo met de temperaturen, zo zit je in 35 graden en een stukje verderop is het nog maar 25 graden. In San José gebruikten we ons allerlaatste avondmaal gezamenlijk in het restaurant aan de overkant. De volgende morgen kwam José de groep ophalen om naar het vliegveld te gaan. Het was een hartelijke begroeting tussen hem en mij, want een beetje Spaans doet nou eenmaal wonderen. We zwaaiden de groep uit en haalden onze bruiloftskleding uit het depot van het hotel, ontbeten en lieten een taxi bellen, want we moesten immers door naar Orosi. Ik verontschuldigde me bij de taxichauffeur voor de korte rit naar de bushalte, maar dat was geen probleem. Daar aangekomen stelde hij voor ons er heen te brengen, zo´n 40 km en anderhalf uur verderop. Het kostte 40 dollar voor 3 personen en 6 stuks bagage. Dus niks bus en gedoe met koffers. Onderweg vertelde hij me heel veel over Costa Rica en de omgeving, liet ons de kathedraal van Cartago, de belangrijkste in Costa Rica, aan de buitenkant zien en vertelde veel over geloof en tradities. Een leuke, erg vriendelijke man. Aangekomen in het 5 sterren resort Rio Perlas, waar het bruiloftsfeest zou worden gehouden, stelde hij voor ons weer op te halen, als we naar het vliegveld moesten. Wat we ook afspraken. Hotel Rio Perlas, in de Orosi vallei is een prachtig gelegen 5 sterren resort, waar het heerlijk toeven is. Gematigde temperaturen, warme vulkanische baden, massages etc. en wederom…een prachtige tuin. Het was vreemd om allerlei mensen te zien, die je al jaren kent, zo aan de andere kant van de wereld. De dagen daar waren relaxed en gezellig. Met de kennissen, die we ook al in Manuel Antonio hadden gezien, hebben we een tocht naar de Irazu vulkaan gemaakt. Via een goede weg met prachtige uitzichten, rijden we naar de op zo’n 3 km hoogte gelegen krater. Het absoluut knalgroene water is een heel bijzondere belevenis, maar ook de hele omgeving is werkelijk prachtig. Omdat het beneden niet helder is, nemen we aan dat de meeste mensen niet naar boven zijn gegaan, want op een gegeven moment zijn wij er nog maar met z’n vijven. Eigenlijk bestaat de top uit 3 kraters, de hoofdkrater is een grote kom met grijs/zwarte bodem, waar wat gelig mos op groeit en…….een klein blauw disteltje. Dan is er nog een kleine droge krater en de krater met het groene water, dat per minuut een andere kleur groen heeft.

Nog even koffie gedronken in het zonnetje en plotseling betrekt de hemel en zitten we midden in de wolken. Erg jammer dat Fox, door het nieuwe vluchtschema van Martinair, een bezoek aan de Irazu heeft moeten schrappen uit het programma. We rijden terug via Paraiso, waar we de weg kwijt raken, om dat man en vrouw het niet eens zijn over de route. Zo zien we een Costa Ricaanse stad ook nog eens niet alleen vanaf de hoofdweg. De straten zijn onverhard, wat op ons al snel een armoedige indruk maakt. Ook de huizen zien er niet zo verzorgd uit als in het westen. Maar wat voor zin heeft dat, als de kans dat je huis er na 15 jaar nog staat, klein is. Wel staan er in alle tuinen of voor de ramen, witte kruisen met een paars lint. De Semana Santa, ofwel de week voor Pasen is in aantocht. Na een paar keer vragen, kwamen we toch weer op de goede weg. De weg vragen in Costa Rica is overigens ook een aparte ervaring, adressen en straatnamen kennen ze nauwelijks. Over zoveel meter, blokken, bij de school enz. links of rechts, maar ook moet je rekening houden met het feit dat men hier loopt of met de bus gaat, dus de weg echt niet weet! Alleen andere chauffeurs weten hoe je moet rijden, want alsof het niet al genoeg is, is het ook nog bijna overal éénrichtingsverkeer. Op de dag van de bruiloft werd ik ´s morgens wakker met wat vervelende onderbuik gevoelens en hoofdpijn, maar gelukkig met een pilletje zus en zo knapte ik weer snel op. De bruiloft zelf was typisch Costa Ricaans, het plein rond het kerkje stond vol met mensen, het hele dorp was uitgelopen. Donderbussen knalden, menselijke poppen en harde muziek moesten de kwade geesten verdrijven. Ook de pers was in grote getale aanwezig, want de bruid was een voormalige Miss Intelligentia van Costa Rica. Bladen als Privé enz. hebben in Costa Rica nauwelijks reden van bestaan, dergelijke kost staat in de gewone kranten. Het kerkje was mooi versierd met bloemen die waren geteeld door de vader van de bruid, die een orchideeën kwekerij bezit. Nadat de gasten in de banken plaats hadden genomen, werd de kerk verder opgevuld met dorpsbewoners met honden, kinderen aan de borst enz. Een aparte ervaring. Wij werden bekeken alsof we filmsterren waren, het was een ware gebeurtenis voor het dorp. Na de kerkelijke inzegening werden we verwacht in de feestzaal en tenten in Rio Perlas. We werden ontvangen door Costa Ricaanse volksdansers en twee leden van het hotel personeel in Volendammer klederdracht. Alle bloemversieringen waren samengesteld met orchideeën en TULPEN, voor Costa Rica een nieuw gewas, dat sinds kort geteeld word. Een enorme bruidstaart en een fantastisch buffet stonden klaar voor de 140 Costa Ricaanse en 60 Nederlandse gasten. Na het diner opende het bruidspaar het bal, onder begeleiding van een prima band. Daarna ging bij mij het licht uit, ik had het gehad en was het eerste slachtoffer van de dysenterie. Helaas heb ik de rest van het geweldige feest niet meegemaakt, ik lag zonder slok op om 10 uur onder de wol, van de muziek en het feest, dat recht tegenover onze kamer plaats vond heb ik niks meer gemerkt. ´s Nachts kwam mijn man thuis en al snel werd ook hij ziek, maar hij had wat meer gedronken en gedanst, dus bleef het niet bij je ziek voelen, ook onze dochter wist niet zeker of ze nou een kater had, of ziek was. Achteraf bleken anderen van het reisgezelschap in het vliegtuig al ziek te zijn geworden. Onze laatste dag in Costa Rica hebben we wat kwakkelend aan het zwembad doorgebracht. De taxichauffeur was keurig op tijd om ons naar het vliegveld te brengen. Daar bleek dat we nog wel een paar uurtjes hadden kunnen blijven slapen, want de vlucht was 4 uur vertraagd, niet leuk als je je beroerd voelt, maar dat was nog niet alles. In Orlando bleken we nog meer vertraging te hebben, weer 3 1/2 uur. Leuke truc van Martinair om aan een overnachting te ontkomen, foei. Zo lang onderweg te zijn is geen pretje, maar als je ziek bent…… Thuis gekomen bleek dat de rest van het Fox gezelschap ook besmet was, balen en antibiotica slikken. Denk na deze ervaring gelezen te hebben nou niet dat Costa Rica zo´n onhygiënisch land is, integendeel, want nergens zijn de toiletten zo schoon als daar, en wordt er zo zorgvuldig met het voedsel omgegaan. Het was gewoon domme pech, het blijkt dat de combinatie, wateroverlast en veel apen, een slechte is. Enkele op- en/of aanmerkingen over het Fox gedeelte van de reis en algemeen:

-         De kamers waarin wij overnachtten vallen niet onder wat wij middenklasse hotelkamers noemen. De meeste kamers zijn in cabina’s. Dé manier om in Costa Rica te overnachten, vaak veel leuker dan wat wij hotels noemen, maar ook vaak erg eenvoudig gebouwd, dus gehorig.

-         Op die plekken, waar je geen alternatief hebt, zouden de maaltijden beter inclusief kunnen zijn. Ik denk dat ze als ze een all in contract afsluiten, de prijs gunstiger is.

Er valt meestal toch niets te kiezen, in Costa Rica zijn het meestal buffetten. Dan lijkt de reis misschien duurder, maar dan is de term: “heel veel inclusief” pas echt van toepassing.

-         Zo ook voor de onvermijdbare excursie La Paz Gardens, je kunt moeilijk een paar uur langs de kant van de weg gaan zitten.

-         Het lijkt me verstandig dat Fox een richtbedrag voor wat je aan de maaltijden kwijt bent, vermeldt. Dan weet je waar je aan toe bent.

-         De fooien/koffiepot, waaruit alle fooien, behalve die voor de chauffeur en reisleidster, maar wel de koffie/thee/fris onderweg worden betaald, is heel handig.

-         De eerste dagen vliegen dollars en colonnes werkelijk je zak uit, vanwege de vrij dure, maar geweldige excursies, maar dit wordt na Ensenada echt minder.

-         Wil je niet steeds moeten gaan ontbijten en lunchen, neem dan voldoende Liga’s, Evergreens enz. mee. Koffie, thee en gekoeld water, kun je in veel lodges gratis pakken.

-         In de reisinformatie staat dat je een tas moet meenemen voor de 2 nachten Tortuguero, maar dat klopt niet, ook voor Cahuita en de eventuele verlenging in Panama, moeten de spullen in die tas worden meegenomen.

-         Koop koffie en/of Salsa, bij een supermarkt, dat is veel goedkoper dan in toeristenwinkels, net als op de luchthaven.

-         Probeer bij het kopen van souvenirs af te dingen.

 

 

 

Meenemen:

-         Dunne topjes, blouses, overhemden, korte broeken, rokjes, evt. afritsbroek, een dunne, dicht geweven lange broek, een blouse met lange mouwen, dicht geweven, een niet te dik vest of trui. Voldoende ondergoed, je hebt weinig gelegenheid om te wassen. Touwtje ca. 3 mtr. en een paar knijpers. Goede, niet zware wandelschoenen, die nat kunnen worden. Een poncho voor de regentijd. Goede sokken voor in de wandelschoenen. Slippers. Verder naar eigen inzicht.

-         Muggenafweer. Aanbevolen wordt met Deet, maar helemaal helpen doet dit ook niet. Dus plantaardige oliën, zoals, citronella, eucalyptus, tea tree, kamfer, lavendel enz. en het liefst een mengsel daarvan, erbij smeren. Muggenbeten jeuken niet alleen, maar brengen ook de ziekte Dengue over. Er is niet voor niets een nationaal programma tegen de Dengue in Costa Rica. Anti jeuk middel, lavendelolie, tea tree oil, of ander.

-         Zonnebrand met een hoge beschermingsfactor. Pet/hoedje. Zonnebril.

-         Bescherming voor je camera tegen de regen, zoals een plastic zak of douchemuts.

-         Verrekijker.

-         Dollars voor de eerste dagen. Je kunt overal met dollars betalen, meestal krijg je collones terug, maar je kunt ook met ‘gemengd’ geld betalen, je wordt daarbij niet afgezet. Vraag aan het eind van de reis dollars terug, want collones moet je daar opmaken.

 

Niet meenemen:

-         Klamboe, laarzen.

-         Warme kleding.

-         Zeep. Overal liggen kleine zeepjes in de badkamer, waar je ook kleding mee kunt wassen.

Een goede informatieve site met een kaart, waarop je de diverse bezienswaardige plekken kunt aanklikken en onvoorstelbaar veel goede links.