Stand van zaken structuurplan Amsterdam 2010-2030


Zie de site van dienst ruimtelijke ordening voor het complete rapport

9 januari - Aanpassingen ontwerpstructuurplan DRO Amsterdam

Op 17 december heeft het College van Burgemeester & Wethouders (B&W) ingestemd met de wijzigingen op het ontwerpstructuurplan.

Op 8 januari maakt Duco Stadig enige wijzigingen en aanvullingen op het plan bekend.

De wijzigingen hebben o.a. betrekking op de volgende punten:


  • Wat betreft infrastructuur gaan in de toekomst de potenties van de Gaasperdammerweg, mede afhankelijk van de verbinding A6-A9 (voorlopig 3 varianten overeenkomstig studie de Uitweg) een grote rol spelen.

  • in de omgeving van het AMC en rond de aansluiting Gaasperdammerweg en A2 anticiperen op de eventuele verbinding tussen A6 en A9.

  • tav de Uitweg. In plaats van nu al te kiezen voor de directe verbinding tussen A6-A9 door het Geingebied, wordt voorlopig uitgegaan van drie varianten zoals die worden onderzocht in de studie ‘de Uitweg”. Op vele plekken in de tekst komt de kwestie A6 – A9 ter sprake en zal hiervan melding worden gemaakt.


  • Na de tweede termijn op 8 januari zal B&W een definitieve raadsvoordracht opstellen zodat de gemeenteraad het Structuurplan kan behandelen op 5 februari.

    Beknopte inhoud: de bouw van 5000 extra woningen en voorbereidingen voor de verbinding A6-A9. Behoud Amstelglorie en sportvelden. Verder wordt er aandacht besteed aan geluid- en luchtverontreiniging.

    Onderdeel lucht en geluidverontreiniging:

    Het Milieubeleidsplan bepleit ook ‘minder hinder van automobiliteit’. Dat kan enerzijds door het bevorderen van openbaar vervoer, fietsen en lopen, en anderzijds door een goede doorstroming van het autoverkeer te realiseren. Hierdoor wordt de luchtverontreiniging ten gevolge van het autoverkeer verminderd. De mogelijkheden van minder milieubelastend vervoer per rail en over water zouden verder moeten worden uitgewerkt om ze op de milieuconsequenties te toetsen. Extra aandacht krijgt de stedelijke luchtkwaliteit, in het bijzonder de uitstoot van stikstofoxiden en fijn stof. Binnenkort stellen B&W de rapportage luchtkwaliteit Amsterdam 2001 conform het besluit Luchtkwaliteit (Stbl. 269) vast. In de rapportage wordt vooral ingegaan op de belangrijkste bron van luchtverontreiniging: het wegverkeer. Uit het rapport blijkt dat in en nabij stadsstraten en rijkswegen die de stad doorsnijden, de normen in zicht komen. Zeker op plaatsen waar ook het geluidsniveau hoog is, gaat de leefbaarheid snel omlaag. De plaatsen waar overschrijdingen dreigen, liggen alle binnen de ring en op delen van de A10.

    Commentaar AGG:

    De gemeente heeft zeker nooit van de Gaasperdammerweg gehoord??? of wil men niet weten dat ook daar de overlast enorm is. Dit is een manipulatie van gegevens. Of ligt de Gaasperdammerweg binnen de ring??

    Onderdeel bestemming AMC-Amstel gebied

    Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een noordelijk deel, de zogenaamde Overamstelzone, bestaande uit de werkgebieden Amstel I, II en Weespertrekvaart en aangrenzende gebiedsdelen, en de A2-zone ten zuidwesten daarvan tussen Duivendrecht en AMC met als belangrijkste gebiedsdeel de omgeving Arena.
    Beide zones liggen deels buiten de gemeentegrenzen van Amsterdam en bestaan uit een groot aantal zeer verschillende deelgebieden. Gemeenschappelijk kenmerk is een grote dynamiek die te maken heeft met de uitstekende bereikbaarheid, zowel over de weg als per openbaar vervoer. Het gebied maakt deel uit van de zuidband van Amsterdam en daarmee van de binnenflank van de Randstad. Bij die dynamiek zijn een groot aantal verschillende spelers betrokken. Er vindt samen met de buurgemeenten reeds planvorming plaats in het kader van het Masterplan Middengebied Zuidoostlob, gericht op verstedelijking in deze zone. Voorts zijn er diverse plannen voor deelgebieden in de maak. Zo is er de Visie Overamstel voor deelgebied Amstel I waarbij de mogelijkheden voor woningbouw zijn verkend.
    Er vindt visievorming plaats voor de omgeving van het Amstelstation. Voorts zijn er studies op het gebied van de bereikbaarheid (Van Omval tot AMC bijvoorbeeld). Ook voor Amstel III vindt doorlopend planvorming en ontwikkeling plaats, het meest in het oog springend in de omgeving Arena. De plannen en studies betreffen concrete ontwikkeling van nog onbebouwd terrein. Maar nu het gebied langzaamaan vol begint te raken, gaat het in toenemende mate om transformaties waarbij bestaande functies en bestaand gebruik plaats maken voor een nieuw, vaak intensiever en een meer gemengd programma. De transformatie van de nieuwe gebieden wordt gestimuleerd door de vraag naar ruimte voor gemengde stedelijke milieus en in het bijzonder ruimte voor wonen.
    Voor de Overamstelzone zijn er bijzondere kansen door de ligging aan de Amstel en de Amstelscheg, de nabijheid van het intensieve en gemengde stedelijk gebied binnen de ringweg A10, de nabijheid van aanwezigheid van hoogwaardig openbaar vervoer (metro en trein) en aansluiting op het snelwegennet. Tegelijk wordt een transformatie bemoeilijkt door de milieuproblematiek en moet rekening worden gehouden met het belang van de huidige bedrijven voor de Amsterdamse economie. De transformatie is afhankelijk van diverse condities waaraan dient te worden voldaan. Er is behoefte is aan een visie op hoe dit proces van transformatie wordt ingericht en georganiseerd en welke doelen kunnen worden bereikt. Voor de A2-zone vormt de uitstekende bereikbaarheid een belangrijke troefkaart. Bovendien kent het gebied een interessant contrast tussen het grootstedelijk kerngebied rond de Arena en het pastorale groen van de direct daaraan grenzende Amstelscheg. Transformaties worden hier minder door milieuhinder bemoeilijkt, maar de aanwezige grootschalige infrastructuur en de hindercontouren van de luchthaven leggen wel beperkingen op. ig>Wat betreft infrastructuur gaan in de toekomst de potenties van de Gaasperdammerweg, mede afhankelijk van de verbinding A6-A9 (voorlopig 3 varianten overeenkomstig studie de Uitweg) een grote rol spelen. De aanwezige bedrijven in de A2-zone staan minder onder druk dan die op de oudere werkgebieden in de Overamstelzone. Wel spelen er processen van verkantorisering. Nabij Duivendrecht zijn er de belangen van veldsport en volkstuinders. Specifiek is er behoefte aan een strategie waarbij in de transformatie van het gebied ruimte voor wonen kan ontstaan. Hoe ziet een ‘occupatieproces’ in deze zone eruit? Meer algemeen is er behoefte aan een visie op hoe het transformatieproces als zodanig wordt ingericht en georganiseerd. Om die reden wordt in dit structuurplan een ontwikkelingsstrategie voor de zone Amstel - AMC aangekondigd. In de volgende paragraaf wordt een visie op hoofdlijnen voor de ruimtelijke ontwikkeling gegeven die de inhoudelijke context vormt van het denken. Daarna wordt de opgave voor de ontwikkelingsstrategie geschetst.

    Visie Amstel – AMC op hoofdlijnen
    In de visie van dit structuurplan wordt de zone Amstel – AMC gerekend tot de belangrijkste gebieden voor menging en intensivering. Specifiek voor de Overamstelzone geldt dat de voorwaarden voor deze ontwikkeling vooral het terugdringen van de milieuhinder zijn en het zonodig aanbieden van geschikte alternatieve ruimte voor activiteiten die niet met andere te mengen zijn of die door andere functies worden verdrongen. Essentieel is verder dat er ruimtelijk een goede aansluiting komt op het omliggende stedelijke gebied enerzijds en het groen en landschap van de Amstelscheg anderzijds. De transformatie tot milieu van grootstedelijk wonen/werken op Amstel I in de periode tot 2010 wordt beperkt tot het gebied tussen Amstel en metroringlijn. Daarbij wordt voorzien in het realiseren van 2500 woningen. In de toekomstige ontwikkeling wordt uitgegaan van het behoud van Volkstuinpark Amstelglorie (hoofdgroenstructuur) en sportpark Drieburg als buurtgebonden sportaccommodatie.
    In de A2-zone zal er sprake zijn van een interne zonering, waarbij intensieve en gemengde milieus (met wonen) nabij de haltes van openbaar vervoer worden gerealiseerd en extensievere werkgebieden in de zone nabij de A2. Station Bijlmer ontwikkelt zich tot een station op nationaal niveau en vormt het centrum van een nieuw grootstedelijk kerngebied. Vrijetijdsbesteding (leisure) is hier het hoofdthema. Daarnaast is er sprake van detailhandel, kantoorfuncties en wonen. Het centrumgebied Zuidoost vormt een nieuw en belangrijk stedelijk ontmoetingspunt in Amsterdam. In de gehele zone Amstel – AMC wordt gezocht naar ruimte voor nog eens 2500 woningen. Het accent zal daarbij liggen op de A2- zone en waarschijnlijk leiden tot verlies aan ruimte voor kantoren. Mede gezien de scheefgroei in de regionale woon/werkbalans wordt dat acceptabel geacht.
    Woningbouw in deze zone kan gebruik maken van de uitstekende bereikbaarheid per openbaar vervoer en zal leiden tot meer levendige en sociaal veilige stedelijke milieus. Van belang is voorts dat de verbindingen tussen het in de toekomst gemengde stedelijke gebied en de aangrenzende Amstelscheg sterk worden verbeterd, onder andere door een groenblauwe verbinding ter hoogte van station Duivendrecht.

    Opgave ontwikkelingsstrategie Amstel - AMC
    Aldus is de opgave voor de Overamstelzone het in gang zetten van een gefaseerde ontwikkeling die uitzicht biedt op transformatie, waarbij zorgvuldig met bestaande belangen wordt omgegaan en zorgvuldig wordt gecommuniceerd. Voor de komende 10 jaar gaat het zowel om uitvoerende acties die al in het gebied plaatsvinden als om verkennende acties voor de lange termijn. Bij de op te stellen ontwikkelingsstrategie dienen uiteenlopende partijen betrokken te worden, zowel gemeentelijk als maatschappelijk. De mogelijkheden, uitgangspunten, randvoorwaarden en condities van het transformatieproces zullen uitvoeriger moeten worden verkend. Meer concreet betreft het:

      - inzicht in welke gemeentelijke en maatschappelijke partijen in het proces betrokken moeten worden;
      - het verstandig omgaan met belangen van zittende bedrijven, volkstuinen en sport en gemeentelijke overheden in de communicatie rond de transformaties die worden verkend; - het instrumentarium om gewenste ontwikkelingen op termijn mogelijk te maken en ongewenste tegen te gaan;
      - de mogelijke faseringen van het ontwikkelingsproces, waarbij nader onderzoek naar de levenscycli van gebiedsdelen wordt betrokken
      - daarbij ook aandacht voor eventueel tijdelijke occupaties, bijvoorbeeld (economische) broedplaatsen in de Overamstelzone;
      - aandacht voor het occupatieproces van het wonen in het gebied, een functie die tot op heden grotendeels ontbreekt;
      - inzicht in de condities voor alternatieve ruimte voor verplaatsing en expansie van niet mengbare activiteiten en bedrijvigheid;
      - aandacht voor het belang van extensieve en moeilijk mengbare economische functies en daaraan gekoppelde werkgelegenheid voor laaggeschoolden in dit deel van de stad;
      - de omvang en aard van de ontwikkelingsprogramma’s en daarbij nadrukkelijk de vraagstukken van bereikbaarheid, mobiliteitsontwikkeling en woon/werkbalans betrekken; - de mogelijkheden en consequenties van menging in verschillende typen milieus;
      - de bestaande waarden en ontwikkelingskansen van water, groen en cultuurhistorische aspecten (onderleggers). Hierbij het Wensbeeld hoofdgroenstructuur betrekken.
      - onderzoeken van de gewenste milieukwaliteit binnen de toekomstige stedelijke ontwikkelingen;
      - de kansen en beperkingen van de toepassing van hoogbouw.

      Opgave per gebiedsdeel
      Voor de specifieke gebiedsdelen of elementen gelden specifieke onderzoeksvragen, schematisch zijn deze weergegeven op de actiekaart van het structuurplan (kaartblad 2). Het gaat om onderzoek naar de mogelijkheden tot:

      - functiemenging in de omgeving van het Amstelstation;
      - functiemenging met het accent op wonen op Amstel I waarbij de milieuhinderproblematiek ruime aandacht behoeft;
      - indicatief moet worden uitgegaan van een opgave om hier tussen 2003 en 2030 2.500 woningen te realiseren;
      - het geven van een andere waarde aan de Nieuwe Utrechtseweg als radiaal in het netwerk en daarbij een directe aansluiting op de Spaklerweg onderzoeken met een andere tracering, vormgeving en regime;
      - het versterken van de groene openbare route langs de Amstel, juist in deze zone is een goede aansluiting op het stedelijk gebied aan de orde;
      - het onderzoeken van een wegaansluiting van de Kruislaan op het werkgebied Amstel I voor een betere ontsluiting;
      - integrale herontwikkeling met een nieuw programma voor een aantal groene gebieden ten westen van station Duivendrecht met als inzet verstedelijking;
      - daarbij rekening houden met belangen en van de huidige sportclubs en volkstuinders, alternatieven locaties aangeven en afstemming met nieuw volkstuinenbeleid;
      - het realiseren van een nieuwe groenblauwe verbinding tussen de Bijlmermeer en de Amstelscheg ter hoogte van station Duivendrecht, die ruimte biedt aan waterberging en een structurerende betekenis heeft in de stedelijke ontwikkeling ter plekke;
      - het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte en verbeteren van de interne ontsluitingsstructuur in de zone Duivendrecht - AMC;
      - in de omgeving van het AMC en rond de aansluiting Gaasperdammerweg en A2 anticiperen op de eventuele verbinding tussen A6 en A9.
      - het vergroten van de mogelijkheden tot waterberging van de A2 zone, zo mogelijk in het gebied zelf en anders in de aangrenzende Amstelscheg;
      - vermindering van de barrièrewerking van grootschalige infrastructuur (A2) ter hoogte van het AMC, waarmee de scheg bereikbaar wordt vanuit de stad;
      - ontwikkeling van centrumgebied Zuidoost met bijbehorende bouwprogramma’s, maar ook in bredere zin als een van de brandpunten van de stad waar mensen elkaar ontmoeten en activiteiten ontplooien.

    Voor alle acties die deel uitmaken van deze ontwikkelingsstrategie geldt dat ze in overleg met relevante buurgemeenten, stadsdelen, en gemeentelijke diensten en bedrijven worden verricht.

    Naar boven     Home