Antwoord provincie op onze reactie t.a.v. streekplan 17 februari De provincie meet met vele maten. Eerst komt de provincie uit met een toekomstvisie Eind april komt het "convenant" van Meijdam uit, waarin de standpunten worden vastgelegd en waarin t.a.v. de A6-A9 hetvolgende wordt afgesproken En nog geen week later, op 1 mei stelt de provincie, dat zij slechts een adviserende rol hebben. Zie de onderstaande brief van 1 mei 2003 Telefonisch deelt Meijdam mede dat de afspraken slechts gezien moeten worden als een regeerakkoord van de provincie, het Rijk beslist uiteindelijk. Geachte heer, Zoa1s bekend hebben Provincia1e Staten op 17 februari 2003 het streekp1an Noord Holland Zuid vastgeste1d. Ten ben behoeve van deze bes1uitvorming is door een groot aanta1 gemeenten/ instanties en burgers de aandacht van Provincia1e Staten gevraagd voor diverse onderwerpen. Ter afdoening van deze bes1uitvorming vindt momentee1 beantwoording van deze brieven p1aats. U p1eit voor een degradatie van de Gaasperdammerweg en terugbrengen van de toegestane maximum rijsne1heid tot 70 km per uur ter reductie van over1ast, geluid, en 1uchtverontreiniging. De Gaasperdammerweg heeft zowel een doorstroomfunctie a1s een ontsluitingsfunctie. Deze combinatie geeft in een nutshell het probleem weer. De eventuele degradatie van de Gaasperdammerweg is mede onderwerp van onderzoek in de studie "de Uitweg". Uit deze studie zal moeten blijken wat de beste verbinding is voor de A6-A9. Dan zal ook blijken welke functie de Gaasperdammerweg kan krijgen of wenselijk is. De Uitweg is de input voor de formele procedures in het kader van het MIT. De provincie heeft een adviserende ro1. Gemeente Amsterdam was aanvankelijk eveneens voorstander van een gedegradeerde Gaasperdammerweg. Echter na overleg met de provincie heeft Amsterdam zich geschaard achter het proces van de Uitweg. Naast degradatie pleit de Actiegroep ook voor snelheidsreductie. Aangezien het rijk bevoegd gezag is ten aanzien van de Gaasperdammerweg heeft de provincie geen zeggenschap over aanpassingen van maximumsne1heden. Een verlaging van de maximumsnelheid staat op gespannen voet met de doorstroomfunctie. Een verlaging van de rijsnelheid past meer bij de onts1uitingsfunctie. De prioriteit ligt primair bij doorstroming derhalve lijkt verlaging van de maximumsnelheid naar 70 km niet voor de hand te liggen. Hier ligt ook een link met de Uitweg. Afhankelijk van de gekozen oplossing kunnen uitspraken verwacht of gedaan worden over de gewenste maximum rijsne1heden. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, namens dezen, hoofd bureau strategische Beleidsontwikkeling, |